donderdag 6 augustus 2009

Fatale Passie

Het is donderdagavond, koopavond. Tot vijf minuten geleden zat ik gezellig met wat vrienden van mij op het terras. Maar we zijn allemaal al wat ouder en ze kunnen hun gezin niet alleen laten. Dus nu zit ik hier alleen, niet dat ik het erg vind. Als verroestte kroegtijger begrijp ik goed dat het gezin voor gaat. Tijdens de gesprekken op het terras kregen we het over die Amerikaan die in een sportschool drie vrouwen had doodgeschoten.

Ik pak even een sigaretje en steek hem op. ‘Waar gaat het heen’ mompel ik even, voorzichtig zodat mijn peuk niet uit mijn mond valt. Het ergste van alles is dat ik de dader misschien wel kan begrijpen ook. De mensen die dergelijke daden begaan over de hele wereld hebben een enkel ding gemeen; wanhoop.

Het maakt niets uit of het nu jongere mannen zijn of oudere mannen die met een arsenaal aan geweren een school of sportschool inlopen, ze zijn allemaal hetzelfde. Ze zitten vast in een systeem waar ze niet uit komen door zichzelf. Ze missen de communicatieve vaardigheden om iemand aan zich te binden en de broederlijke band die vaak tussen mannen heerst, is geen surrogaat voor de liefde tussen man en vrouw. Het treurige geheel van het alles is dat juist die daders eigenlijk relatief aardige mensen zijn in het echte leven. Het is juist dat aardige gedrag dat hun grootste fout is. Vrouwen zoeken geen echt aardige man, ze zoeken mannen uit die zeker van zichzelf zijn en dat zijn meestal ook mannen die net wat minder aardig zijn dan eigenlijk zou moeten. Hiermee zeg ik niet dat mannen met een relatie vreselijk gedrag hebben of zo, het is gewoon een evolutionair feit. Mannen strijden om vrouwen met elkaar, dit gaat al millennia lang zo. Vrouwen, als gevolg, kiezen daarom vaak mannen uit die op de een of andere manier een beetje naar zijn. Mannen met status, mannen die denken dat ze wat zijn. Ook mannen met humor zijn nare mannen, ze maken vrouwen aan het lachen maar zetten ook anderen ermee voor schut.

De aardige mannen, de echt aardige mannen zijn daarmee afgescheept en een deel ervan zal dus nooit een relatie krijgen. Het is uiteindelijk hun eigen schuld dat ze zo zijn, al is het wat schuin dat juist de aardige moeten lijden in deze wereld.

Als zo iemand dan in stilte moet lijden wordt het een gevecht van wilskracht. Naarmate het probleem van deze brave Hendriken langer zich voortsleept, wordt hun situatie slechter. Het gevaar zit hem daarin dat niemand het echt opmerkt, vrienden en kennissen weten dat de persoon geen relatie heeft maar vermoeden niet dat het direct een probleem is. Gelijktijdig is de persoon zelf te gesloten om de problemen te erkennen. Maar ook brave Hendriken zijn niet aardig en goed, ze verbergen alleen uit goede manieren hun slechte eigenschappen. Over de jaren groeien die slechte eigenschappen uit tot een tweede persoonlijkheid, deze tweede ‘ik’ zit in de schaduw van de echter persoonlijkheid. De persoon verbergt deze tweede persoonlijkheid en naarmate de situatie blijft aanhouden fuseert de tweede persoonlijkheid met de eerste. De eerste persoonlijkheid houdt op met bestaan zodra de persoon over gaat tot zijn dodelijke acties.

Terwijl ik kijk naar de meute die gezellig met elkaar zit te praten vraag ik aan Marijke of ze nog een biertje wil gaan halen voor me. Ik kijk haar even na en wordt herinnerd aan een onderzoek waaruit blijkt dat mannen gemiddeld een jaar van hun leven naar vrouwen kijken. Als dat een zonde zou zijn is het er eentje waar ik de prijs van op toe zou nemen. In de tussentijd druk ik mijn peuk uit in de massa geproduceerde asbak voor mij.

‘Zwakkelingen’ gaat even door mijn hoofd. De mensen die een tent binnen rennen en vervolgens er op los gaan schieten zijn niet sterk genoeg. Ik ben nu al zeventien jaar alleen sinds mijn laatste relatie op de klippen liep. Maar goed, ik heb dan ook genoeg actie in de afgelopen jaren, in ieder geval genoeg om niet te hoeven klagen. Die jongens wat doorslaan moeten gewoon wat durf tonen.

Maar dan realiseer ik mij dat het te makkelijk is om zo te denken. Het zijn mensen met zeer hoge drempels en als ze eenmaal een drempel hebben genomen zijn ze niet meer tegen te houden. Ze moeten gewoon een beurt krijgen, dan is het probleem opgelost en hoe ze die krijgen is dan minder belangrijk. Het blijft een beetje simpel kijken maar goed, mijn blik op het leven is dan ook aardig pragmatisch.

Dan staat Marijke voor me en schotelt mij een biertje voor. ‘Goed gevormd’ denk ik dan als ik de schade van de avond met haar afreken. Ik ben dan wel een oude zak aan het worden, dat neemt niet weg dat ik niet minder hard geniet van het leven. Terwijl op de achtergrond een nieuw dansnummer te horen is kijk ik naar de roodblauwe lucht van de ondergaande avondzon. ‘Het leven is goed.’ Denk ik dan, zelfs met alle rotzooi die ons blunderende ras veroorzaakt. Met die gedachte en een laatste slok van mijn koele biertje besluit ik mijn avond.